Ver van je bed of dicht bij huis?

1/1/20243 min read

Ineens wordt er gevochten op leven en dood. Wat achterblijft is een klein plasje bloed en wat rond waaiende donsveertjes. Verder is het – vijf minuten na de aanval – alsof er niets gebeurd is in de tuin.

Zoiets gebeurt altijd razendsnel. Daar staat ie om bekend ook. De sperwer is de ideale tuinroofvogel: klein, wendbaar en stil. Een messcherpe blik in ogen met felgele irissen. Wij mensen zeggen dan al snel; “Oeh, wat kijkt die boos!”, maar dat is natuurlijk projectie van onze kant. Antropomorfisme met een mooi woord.

Feit blijft dat je vrijwel nooit ziet waar een sperwer vandaan komt. Hij is er ineens. De meeste tuinvogels – huismus, Turkse tortel, kool- en pimpelmees in dit geval – hadden hem wél door en schoten in paniek de heg of een andere tuin in.

Ik ben slechts 2 seconden later, maar dat is al te laat om een reddingsactie voor de geslagen huismus op touw te zetten. Dat wil zeggen; als ik dat zou willen doen.

Het is namelijk geen leuk gezicht, zo’n worstelende, luid piepende huismus tussen de scherpe klauwen van een sperwer. Zij kijkt ondertussen in alle rust rond totdat haar prooi zijn laatste adem uitblaast. De vleugels als een halve paraplu uitgevouwen, haar maaltje vakkundig afschermend van eventuele kapers op de kust.

Het is echter een simpel gegeven dat ook de sperwer moet eten. Kunnen wij wel leuk de huismussen eten geven. Indirect voeren wij de sperwer daarmee ook. Het is namelijk niet voor het eerst dat ze onze tuin aandoet. De eerste keer was het nog gaaf en indrukwekkend om haar van zo dichtbij te zien. Nu denken we weleens “Oh shit, daar gaat weer een mus!”

Maar wegjagen? Nee, dat vind ik ook niet eerlijk. Het is aan mij om de emotie er te laten zijn, maar er niet per se naar te handelen op dat moment. Ik ben toeschouwer van een natuurlijk proces. Ik probeer dus met een neutrale blik te volgen wat er gebeurt.

Twee minuten lang is dat een ongemakkelijk uitzicht. Dan fladdert de sperwer naar een plek verderop in de tuin. Ze kijkt nog altijd rustig om zich heen, ziet mij achter het raam toekijken, maar is daar oké mee. Dan besluit ze dat het genoeg is en verdwijnt ze even snel en geruisloos als ze gekomen is over de schutting. Ik volg haar over de daken van een rijtje huizen verderop, de mus levenloos bungelend tussen haar klauwen.

‘Niet voor iedereen is 2024 lekker begonnen’, bedenk ik me. Natuurlijk niet!

Op allerlei plekken in de wereld is het chaos. Hele bevolkingsgroepen lijden zwaar onder de waanzin van een klein clubje zielloze maniakken. Maar dat leed lijkt vaak zo ver weg, dat we ons er slechts selectief druk om maken. We posten eens wat op de socials, doneren iets aan een goed doel, doen ons beklag tijdens een kerstborrel (alcohol maakt veel los) en gaan vervolgens over tot de orde van de dag.

En dat is goed. We moeten wel. Het leven gaat door. Ook de huismussen zitten nu – een klein uur na de dodelijke aanval op hun kolonie – rustig te peuzelen van het voer dat wij voor ze hebben opgehangen. Alsof er niets gebeurd is.

Dit soort momenten plaatsen dingen voor mij altijd in perspectief. De dood is alom aanwezig in ons leven. We kunnen doen alsof we het niet zien. Erover zwijgen. Onze schouders ophalen en zeggen “Wat kan ik eraan doen?”, maar daarmee verdwijnt de dood niet. Zij is onderdeel van het leven.

Het grote verschil zit hem erin, dat de huismus werd gedood om op te eten. Zijn levenloze lichaam wordt binnen de kortste keren volledig opgenomen in de kringloop van het leven.

De dode en getroffen Palestijnen, Israëli, Oekraïners, Russen en al die andere slachtoffers wereldwijd, ook zij zullen weer opgenomen worden in de kringloop van het leven. Maar zij werden niet gedood omdat een ander honger had en sterker was, maar omdat wij, de onwetende massa, nog altijd de regie in handen plaatst van enkele op macht beluste gekken.

Laten we in 2024 samen de ogen openen voor al dat leed. Oprecht bijdragen aan verandering. We kunnen bouwen aan iets nieuws. Een wereld waarin genoeg te eten is voor ieder mens en dier. Waarin we allemaal toegang tot schoon drinkwater hebben. Wapens niet nodig zijn. Hard werkende mensen eerlijk beloond worden voor hun inzet, maar zich ook inzetten voor hen die het minder breed hebben en daar niet toe in staat zijn.

Oordelen en wijzen naar een ander is makkelijk. Zeuren over alles wat kut is ook. Maar wat ga jij doen om verandering teweeg te brengen?

Het is tijd voor oprechte verbinding. We mogen de weg naar binnen gaan bewandelen. Ontdekken waar ons hart sneller van gaat kloppen en hoe we kunnen bijdragen aan het collectief.

Speel, lach, heb lief en verwonder jezelf. Vergeet niet te genieten van al het moois. Geluk en vrijheid zitten in jezelf. En als je het daar eenmaal gevonden hebt, kun je het ook de wereld in helpen.

Ik wens je een liefdevol, vitaal, verbindend en natuurrijk 2024 toe mooi mens. Een jaar waarin zowel de huismussen als de sperwers onder jullie zichzelf mogen zijn. Met al hun talenten, mooie en minder mooie eigenschappen worden gewaardeerd om wie ze zijn.

In Lak’ech Ala K’in