Kreeft op het droge

7/12/20241 min read

Til in je achtertuin een steen op en je ziet ze wriemelen.

De vrouwtjes bewaren hun eitjes in een broedzak onder de buik. Die zak is gevuld met een waterige substantie. Voor de ontwikkeling van de eitjes wordt dus op kunstmatige wijze een watermilieu gecreëerd.

Je zou het misschien niet verwachten, maar deze ‘buitenbeentjes’ zijn kreeftachtigen. Directe familieleden van de kreeft, krab en garnaal. Maar dan wel het enige familielid dat op het land leeft.

Taaie rakkers dus, die pissebedden.

Ze missen echter het vermogen om hun waterhuishouding zelf te reguleren en leven daardoor constant in een omgeving die óf te nat óf te droog is.

Overdag beschermen pissebedden zich tegen uitdroging door samen te scholen op plaatsen waar de lucht vochtig blijft.

In de loop van de dag nemen de beesten in hun schuilplaatsen door hun poreuze huid zoveel water op dat ze nodig iets moeten gaan verdampen. Daarom zetten ze zich na het invallen van de duisternis in beweging. Daarbij kunnen ze tientallen meters per nacht afleggen.

Is de nacht relatief droog, dan blijven ze op de grond. Is de nacht echter vochtig, dan kruipen ze in bomen, waar de verdamping sneller verloopt.

Bij de meeste dieren wordt het dagelijkse gedrag voornamelijk bepaald door de zoektocht naar voedsel en de verdediging tegen natuurlijke vijanden. Voor pissebedden spelen deze factoren slechts een ondergeschikte rol.

Ze leven van organisch afval zoals rottende bladeren en hout, maar ook kadavers van soortgenoten. Dit voedsel verteren ze zo slecht dat ze gedurende lange tijd van hun eigen keutels kunnen leven. Het zal dus zelden de honger zijn die een pissebed in beweging zet.

Hun gedrag wordt vóór alles bepaald door de vochtigheid van hun lichaam en van het omringende milieu. Dat is de tol die ze als oorspronkelijke waterdieren voor het landleven betalen.

Fascinerend toch?!

Bron: Heel de natuur – Koos van Zomeren